Eigenlijk, maar dat wist ik toen nog niet, begon het allemaal op 19 december 1998, de verjaardag van mijn moeder.
Jachtmakelaar De Prins van Oranje opende een nieuwe loods in Heeg met
een show van scandinavische klassieke motorboten, en het leek ons leuk
even te gaan kijken.
|
Nu hebben mijn ouders al sinds jaren een voormalige reddingboot, en
toen er buiten zoiets aan de steigers bleek te liggen, zijn we door het
zand (het terrein was nog niet aangelegd) naar dat eenzame scheepje
gaan kijken. Ons oordeel was niet mals: wat een lelijk schip, en
onhandig. Zo groot, en dan geen lekkere diepe kuip waarin je beschut
zit.
Zomaar hoog op het achterdek een bank, dat was alles. En verder haveloos, verveloos etc.
Wel een indrukwekkende tuigage overigens, dat dan weer wel.
|
Een half jaar later was ik op zoek naar een bootje voor op het
IJsselmeer, en bij de Prins zeiden ze: "We hebben een sloep, die ligt
bij de andere vestiging. Er is niemand, maar de boot is wel open. Ga
maar eens kijken."
En daar lag hij. Nauwelijks aan boord te komen, optrekken aan het puntje van de enorme stalen boegspriet en de verstaging.
Al prikkend met een sleuteltje bleek onder alle verfbladders het hout
goed te zijn, en voor een IJsselmeerschip, eventueel voor solo-varen,
was die kuip ineens een ander verhaal: brede gangboorden, geen kuip om
uit te klauteren, dus je bent snel voorop. |
|
|
Binnen was het helemaal spectaculair: een grote, groene
radio-richtingzoeker, een dieptemeter met LED's, noodsignalen uit 1977
en zeekaarten uit 1975. Een ware tijdscapsule.
Ik was verkocht, dit was een echt Kapitein-Rob-schip. Alleen de prijs, die was veel te hoog...
Door te wachten tot de winter, en tot de makelaar er echt graag vanaf
wilde, bleek die prijs naar een aanvaardbaar niveau te kunnen en heb ik
het schip gekocht op 26 november 1999.
|
|